Over sporen bij inbraken

Stelt u zich voor, we houden een woninginbreker aan. De man geeft toe ingebroken te hebben, maar hij weet eigenlijk niet precies meer waar. En de buit? Ach, die is al verpatst. Hoe bewijs je nu dat deze man op de plaats van de inbraak geweest is – ofwel in jargon: hoe brengen we deze man bij een inbraak?

Om die vraag te beantwoorden schakelen wij technisch rechercheurs in. Collega’s die u op de landelijke politiedag in Ede overigens kunt ontmoeten. Zij kunnen u dan van alles vertellen over de technische kant van het sporenonderzoek, hun werkwijze en alles wat u verder maar over hun werk wilt weten. De technisch rechercheurs ontdekken dat de inbreker gebruik heeft gemaakt van de zogenaamde Bulgaarse methode. Daarbij wordt de afdekplaat rond het slot van uw voor- of achterdeur omgebogen, waarna de cilinder met een tang wordt afgebroken. Door nu de breuklijnen van het slot van de woning te vergelijken met afgebroken sloten, lukt het de technische recherche aan te tonen dat een bepaald slot uit die bewuste woning komt. De breuklijnen passen – zeker als ze flink worden vergroot – duidelijk op elkaar. Technisch bewijs noemen we dat. Daarom maakt de technische recherche nog wel eens werk van dit soort kapotte voorwerpen. U kunt zich voorstellen dat ook bij gebroken ramen of (het doorrijden na) verkeersongevallen wordt gekeken of en hoe bepaalde splinters in elkaar passen. Het komt voor dat daardoor het merk van een auto kan worden vastgesteld. Breuklijnen en splinters zijn dus erg belangrijk bij onderzoeken. (overigens spreken we dan van ‘souches’)

Terug naar woninginbraken. Wilt u deze werkwijze voorkomen? Vervang dan indien nodig de slotplaat van uw voor en achterdeur voor een dikker exemplaar. Deze zijn vaak extra verstevigd, waardoor ze nauwelijks zijn om te buigen. Hierdoor kan de inbreker ook niet meer bij de cilinder van uw slot komen. Informeer er maar eens naar bij uw plaatselijke slotenmaker.

Bron Nieuwsbrief Politie Gelderland-Midden